maandag 29 oktober 2012

WERKNEMER MET BIJZONDERE AANLEG (DYSLEXIE, ADHD, AUTISME)


Elke werkgever wil voldoende en goede werknemers aantrekken, die hun kwaliteit optimaal inzetten, hun beperkingen vermijden, goed samenwerken en productief zijn. Maar hoe zit dat met mensen die een bijzondere aanleg als ADHD, dyslexie, hoogbegaafdheid of autisme hebben?
Mensen met een bijzondere aanleg kunnen van grote waarde zijn voor een bedrijf. Zo zijn dyslectici vaak creatief, innovatief en slim. Mensen met ADHD kunnen goed multitasken en alles vanuit een breed perspectief bekijken, terwijl een autistische aanleg vaak detailgerichtheid, precisie en perfectionisme met zich meebrengt. Wanneer een bedrijf deze kwaliteiten gebruikt en de werknemers met de bijzondere aanleg op de juiste plek inzet, kan hij/zij een waardevolle aanvulling zijn op het team.

DOEL

MKB-Nederland wil werkgevers stimuleren om werknemers met een bijzondere aanleg in dienst te nemen. Dat komt de diversiteit in het bedrijf ten goede, mits werkgevers zich bewust zijn van zowel de kwaliteiten als de beperkingen die deze aanleg met zich meebrengt.

STAND VAN ZAKEN

In de volgende infobladen vindt u meer praktische informatie over de specifieke bijzondere aanleg van de werknemer:

maandag 22 oktober 2012

Dyslexieverklaring

Wanneer dyslexie is vastgesteld, hoort bij het rapport van de deskundige ook een dyslexieverklaring. Dit betekent dat uit psychodiagnostisch onderzoek is gebleken dat bij de betrokkene dyslexie is vastgesteld.
Een dyslexieverklaring mag alleen worden afgegeven door een daartoe bevoegde deskundige. De deskundige moet in ieder geval een psycholoog of orthopedagoog zijn. Een remedial teacher of logopedist is níet bevoegd om een dyslexieverklaring af te geven. Lees meer bij Kwalificaties dyslexiedeskundige.
Op de website van de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) kunt u een voorbeeld vinden van een goede dyslexieverklaring.

Faciliteiten

De dyslexieverklaring geeft de mogelijkheid gebruik te maken van verschillende faciliteiten in het onderwijs. De (ICT-)hulpmiddelen moeten genoemd worden in de verklaring. Ook kunnen scholen zelf een aantal voorzieningen en hulpmiddelen toestaan. Standaardfaciliteiten zijn:
  • verlenging van examentijd (met hoogstens 30 minuten)
  • vergroting lettertype van de opgaven (hoewel diverse deskundigen het nut hiervan betwijfelen)
Lees meer bij Aanpassingen en hulpmiddelen en Aanpassingen en vrijstellingen (vo).

Wat is een dyslexiepas?

De school kan diverse specifieke hulpmiddelen en faciliteiten toestaan uit het deskundigenrapport die vermeld staan op de dyslexieverklaring. De faciliteiten worden vermeld op een dyslexiepas of dyslexiekaart, die de school afgeeft aan leerlingen met een dyslexieverklaring. Een dyslexiepas is dus iets anders dan een dyslexieverklaring. Kijk hier voor een voorbeeld van een dyslexiepas. Lees meer bij begrippen.

Geldigheid

Een dyslexieverklaring is onbeperkt geldig. Als de situatie van een kind verandert, kan wel een aanpassing van de adviezen over bijvoorbeeld hulpmiddelen nodig zijn. Dit kan het geval zijn bij de overgang van basis naar voortgezet onderwijs. Lees hier verder.

Bron :Steunpunt dyslexie

vrijdag 12 oktober 2012

Dyslexie-heeft-tegenwoordig-ook-zijn-voordelen

Vier procent van de Nederlanders is dyslectisch. Dyslexie  is een aangeboren hersenaandoening waarvan men niet echt de oorzaak kent en waarvoor ook nog geen remedie is gevonden. Mensen met dyslexie worden gezien als slachtoffers, die moeite hebben  met taal. En die daardoor niet goed kunnen functioneren. De  medaille heeft echter ook een andere kant en die willen we graag belichten.


De Hersenstichting geeft als eerste theorie over de oorzaak van dyslexie, dat er iets mis is in de aanleg van de hersenen, waardoor de linker  hersenhelft zich langzamer ontwikkelt dan de rechter.
In de linker hersenhelft huizen het logisch, lineair denken, het analytisch vermogen en de verstandelijke functies. De rechter hersenhelft bevat onze intuïtie, gevoelens, gewaarwordingen en indrukken, evenals het vermogen om creatieve verbanden te leggen en ruimtelijke processen te doorzien. De rechter hersenhelft “weet”, terwijl de linker hersenhelft “denkt”.

Waardering cognitief denken cultureel bepaald

Ter illustratie vindt  u hieronder een overzicht van de verschillende functies van linker en rechter hersenhelft:

 Zeker vanaf de industriële revolutie werden de activiteiten van de linkerhersenhelft hoger aangeslagen. De hele maatschappij was in die tijd ingericht op seriematige productie (lopende band) en dus waren er mensen nodig die sterk repeterende handelingen verrichten. Zij moesten niet te veel nadenken, dat deed de 10% aan de top, de rest moest uitvoeren.
Binnen organisaties was men er daarom op gericht medewerkers zich te laten ontwikkelen in zaken waarin zij niet goed waren, in zaken die toegeschreven werden aan de linker hersenhelft. Door steeds maar te trainen en te herhalen werden patronen ingeslepen. Nu zien we dat dit alleen maar heeft geleid tot meer  repeterend gedrag. Mensen blijven vasthouden aan zaken die ze aangeleerd hebben en vergeten daardoor vaak zelf na te denken.
Zo overzichtelijk echter  de maatschappij was in de 20e eeuw, zo chaotisch lijkt  zij nu te zijn. De wereld verandert momenteel in zo’n rap tempo, dat maatschappelijke zekerheden die bijna wetmatig leken in deze eeuw volledig op losse schroeven staan. Aanpassingsvermogen voor organisaties en individuen aan een wereld waarin verandering de enige constante factor lijkt te zijn, is daarom van levensbelang.  Met alleen de linker hersenhelft red je dat niet. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de bediening van apparaten, die steeds intuïtiever wordt. Denk aan de social media. Het denken met de rechter hersenhelft wordt steeds belangrijker. En niet alleen voor individuen, maar vooral ook voor bedrijven, voor  bijvoorbeeld:


  • het aantrekken, houden en ontwikkelen van goede mensen;
  • het strategisch denken en handelen;
  • het waarborgen van een prestatiegericht werkklimaat;
  • het verbeteren van de klantgerichtheid;
  • het voorblijven  van de concurrentie;
  • het in balans houden van leven en werken;
  • het verbeteren  van interne processen;
  • het stimuleren van Innovatie.
  •  

Klantverantwoordelijkheid

We zitten inmiddels, zoals al velen hebben beschreven, in het informatietijdperk en we horen alleen maar, dat alles sneller moet. Een bedrijf kan echter alleen maar sneller handelen als het de bureaucratie weet in te dammen. Dit vraagt, dat er meer verantwoordelijkheid op de werkvloer komt te liggen. Als snelheid geboden is, kun je immers niet steeds voor alles overleg hebben. Medewerkers dienen als een soort van commandoteam te opereren. Als je in vijandig gebied staat, kun je ook niet steeds je commandant bellen. Wanneer nu de kennis van het individu toeneemt, kan men binnen een bedrijf  meer aan dat individu overlaten.

In een businessteam dat zo opereert (commandoteam), is iedereen nodig. Het doel is helder, een ieders bijdrage is duidelijk, en met elkaar klaart men de klus. Een klant is tenslotte niet geïnteresseerd in de activiteit van een individuele medewerker. Het gaat hem om het eindresultaat.


De kwaliteit van het team zit in de creativiteit. Het gaat erom of  men in staat is elkaar te inspireren en te vormen. Teamrollen zoals Belbin die beschreef, blijven actueel. Want creativiteit komt juist tot bloei door de verschillen in een team. Men triggert elkaar om out of the box te denken. De businessmanager bewaakt hierbij de onderlinge communicatie en of men zich aan de cultuur en werkwijze van het bedrijf houdt.
De klant van vandaag verwacht en meer snelheid en meer maatwerk. Dat betekent dat een organisatie dus snell moet kunnen schakelen met de klant Dit betekent weer dat oplossingen veel meer komen te liggen op het bovenliggende procesniveau dan op dat van de traditionele vaardigheden.
Alles bepalend voor het succes is daarom de mate waarin je zaken herkent en weet toe te passen. Van medewerkers wordt verwacht dat zij adequaat kunnen inspelen op klantsituaties. Dit vraagt om anders denken, anders werken, anders leren. Met andere woorden, om begrijpen wat men aan het doen is en wat die inspanning bijdraagt aan het succes van de organisatie. Dit ontwikkelen noemen wij  leren in de context. Het feit dat men grip weet te krijgen op de eigen werkzaamheden (‘snappen wat je aan het doen bent”) is de manier voor het creëren van eigen verantwoordelijkheid. De omgeving voor een zelflerend vermogen is daarmee gecreëerd.
Vaardigheden die toegeschreven worden aan de linkerhersenhelf, logica, analytisch en lineair denken scoren nog steeds hoog, maar volstaan niet meer in het informatie tijdperk. In het informatie tijdperk gaat het er niet om informatie te vergaren ( we kunnen prima  “effe” googlen en social media gebruiken), maar is het vooral belangrijk, om de informatie zelf toe te passen en hiervoor ook de eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Door de globalisering verhuizen een heleboel lineaire functies naar opkomende BRIC-landen als India en China. Daarnaast maken nieuwe krachtige technologieën het overbodig dat lineair en analytisch denken vooropstaan. Vaardigheden die samenhangen met de zogenaamde rechter hersenhelft, creativiteit, praktisch kunnen zij, het geheel zien, zullen bepalen of iemand in het informatietijdperk succesvol wordt of niet. 

Het tijdperk voor mensen met dyslexie

 

Die rechter hersenhelft is de kracht van mensen met dyslexie. Hun belangrijkste kwaliteiten zijn:

  • beelddenken; dit  zorgt voor creativiteit bij het bedenken van oplossingen;
  • associatief vermogen; razendsnel verbanden kunnen leggen met andere situaties;
  • deductief denken; denken vanuit het grote geheel;
  • visionaire kwaliteiten; beeld van de toekomst maken.
  •  
Het zijn allemaal eigenschappen die goed van pas komen bij een klantgerichte organisatie. Echter mensen met een sterk ontwikkelde R-hersenhelft hebben als handicap dat zij moeilijk communiceren met de lineair denkende ‘tegenstander’. Doordat  de lees- en schrijfvaardigheden minder zijn (een Linkse activiteit) is communiceren een lastig gebeuren. Lees hier verder.

Bron : ZBC kennis bank

dinsdag 2 oktober 2012

Hoe werkt een dyslectisch brein?

Mensen met dyslexie verwerken informatie in hun hersenen anders dan mensen zonder dyslexie. Ze denken anders. Die visie vindt in Nederland nog niet zoveel aanhangers onder dyslexiedeskundigen, maar in bijvoorbeeld de Verenigde Staten heeft Dr. Sally Shaywitz daadwerkelijk aangetoond dat dyslectici op een andere manier informatie verwerken. In ons werk met dyslectici merken wij dat het werken vanuit deze visie snelle en goede resultaten oplevert.


figuur doorsnee lezerGoede lezers

Via functionele MRI-scans heeft Shaywitz aangetoond dat mensen doorgaans voor het lezen en schrijven drie gebieden in het linkerdeel van de hersenen gebruiken.
Deze gebieden staan in directe wederzijdse verbinding met elkaar en zijn elk voor een deel van de taalverwerking verantwoordelijk. Vooraan, in het Centrum van Broca, vindt o.a. de analyse van woorden plaats, maar ook de articulatie en het spreken. Achterin, in het Centrum van Wernicke en het Woordvormgebied, komt alle informatie samen en wordt o.a. opgeslagen hoe een woord eruitziet, hoe het klinkt en wat het betekent. Figuur A. geeft een indruk van welke gebieden in de linkerhersenhelft dit zijn. Deze gebieden worden onder het lezen en informatie verwerken dan ook geactiveerd.



dyslectische lezerDyslectische lezers
Voor dyslectici geldt dit niet. Shaywitz toonde aan dat de verbindingen tussen deze 3 gebieden in de linkerhersenhelft bij dyslectici niet werken; zelfs niet bij dyslectische kinderen van vier jaar. Alleen het Centrum van Broca, waar de woordanalyse en spraak is gelokaliseerd, wordt geactiveerd. Het Centrum van Wernicke en het woordvormgebied vertonen geen enkele activiteit. Bij dyslectici ontstaat vanuit en naar het Centrum van Broca een alternatieve route in de hersenen voor het opslaan en terugvinden van de betekenis van woorden die via de rechterhersenhelft loopt. Zie Figuur B.



Wat doen de beide hersenhelften?
Van de rechterhersenhelft is bekend dat deze verantwoordelijk is voor o.a. onze verbeelding, de intuïtie, het onderbewustzijn, onze creativiteit, het leggen van verbanden, het meerdere dingen tegelijk kunnen doen en het snel kunnen scannen en verwerken. Dat zijn hele andere eigenschappen dan die eigenschappen waarvoor de linkerhersenhelft verantwoordelijk is, nl. het logische redeneren, het helder bewustzijn, systematiek en het scheiden van informatie. 



Gevolgen voor het dyslectische denken

Een niet-dyslecticus heeft dus direct toegang tot de vorm, betekenis en uitspraak van woorden. De dyslecticus heeft dat niet en moet daar via zijn rechterhersenhelft achterkomen, dus via het maken van beelden, het leggen van verbanden en structuren, het hebben van allerlei associaties. Dit toont ook de voorliefde van dyslectici voor het uitgebreid redeneren, het denken in beelden, het leggen van verbanden, het probleemoplossende en kritische denken. Omdat er in korte tijd zoveel (bijkomende) informatie wordt verwerkt, hebben dyslectici in het algemeen vaak moeite om in een paar zinnen te vertellen wat zij bijv. hebben gelezen.




Lijndenkers en Beelddenkers

Wij onderscheiden als gevolg van deze ontdekking "beelddenkers" en "lijndenkers". De meeste mensen zijn lijndenkers: ze denken van begin naar einde, van oorzaak naar gevolg, van hoofdletters naar punten.
Dyslectici niet. Zij denken in beelden en ideeën, hebben een totaalplaatje van het geheel, hebben veel associaties en zien ook daar de verbanden tussen. Als zij dat wat zij denken in woorden moeten vatten, hebben zij meer tijd nodig om te kiezen wat ze gaan vertellen en hun beelden te vertalen in woorden. Ze neigen er naar te beginnen met de kern of conclusie van het verhaal en dat geeft nogal eens verwarring bij de lijndenkers die dan het kader of de inleiding missen. 

Lees hier verder  

Bron: Werken en dyslexie